maandag 6 juli 2009
Vakantielectuur
Hij komt er weer aan: de Metropolitan.
Een extra dikke editie om de vakantie mee door te komen. Met interviews van Metropoolstagiaires. Een verslag van de Antwerpse Straatdag en de eerste blind date. En met een dossier over de stand van zaken van onze organisatieontwikkeling: nieuws van het Changeteam, flitsen over de structuur & cultuur, methodische vernieuwing als motor tot verandering, reacties op het Pinguïnkamp en een blik op de toekomst. En met heel veel foto's.
De fervente blogbezoeker krijgt hierbij al een voorsmaakje: het woord van Koen.
Baan- en breinbrekende utopieën
"We hadden een zeer inspirerend rode pinguïnkamp in Chiny. Maar wacht. Eerst een zijsprongetje naar een week later in Brussel, een denkdag over thuislozenzorg. Danny Lescrauwaet (op het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk verantwoordelijk voor thuislozenzorg) maakt daar de boude berekening dat er in Vlaanderen voor elke twaalf thuislozen één hulpverlener ter beschikking is. Dat is niet weinig en het spoort helemaal niet met onze perceptie. Natuurlijk zijn al die werkers op hun eigen terrein bezig, ze doen mobiele hulpverlening, ze werken in inloopcentra, crisisopvang of residentiële opvang, in activering, in woonbegeleiding... Maar het blijft: gemiddeld 1 op 12. Danny telde dan nog alleen de strikte thuislozenwerkers, niet de straathoekwerkers, de medewerkers van algemene en wijkgerichte onthaalpunten, sociale diensten van het OCMW, justitiële welzijnswerkers… die natuurlijk niet alleen, maar toch ook met onthaal en begeleiding van thuislozen bezig zijn.
We zouden eens moeten meten hoeveel tijd en energie van al die hulpverleners gaat naar het doorverwijzen van cliënten wanneer de grenzen van de eigen opdracht bereikt zijn én naar het selecteren van cliënten wanneer de eigen opdracht geappelleerd wordt. Van straat naar onthaal of crisis, van onthaal en crisis naar begeleiding of opvang, van opvang of begeleiding naar woonbegeleiding, en dikwijls ook opnieuw van vooraf aan, of kriskras erdoorheen… Wat voor thuislozen opgaat, geldt ook voor andere kwetsbare doelgroepen die we willen bereiken. Ik trek dit misschien wat op flessen maar het creëert een beeld waar we dan buiten kunnen gaan denken.
Door met cliënten te praten kennen we de kwaliteitsfit in hulpverlening, stress door termijnen en andere beperkingen, en vervreemding door het telkens opnieuw moeten af- en opbouwen van nieuwe hulpverleningsrelaties. We kennen ook de energiefit van de hulpverleners: onmacht. Een deel omdat we nu eenmaal voor onmachtige groepen kiezen, maar ook onmacht uit frustratie van het niet zelf rijker kunnen maken van een hulpverleningsrelatie, en dat die vorige/volgende hulpverlener in de rij zo’n lastig sujet is. Als hij al plaats heeft.
Over naar het pinguïnkamp...."
(Benieuwd wat er dan volgt? Lees meer in de Metropolitan 3)
Een extra dikke editie om de vakantie mee door te komen. Met interviews van Metropoolstagiaires. Een verslag van de Antwerpse Straatdag en de eerste blind date. En met een dossier over de stand van zaken van onze organisatieontwikkeling: nieuws van het Changeteam, flitsen over de structuur & cultuur, methodische vernieuwing als motor tot verandering, reacties op het Pinguïnkamp en een blik op de toekomst. En met heel veel foto's.
De fervente blogbezoeker krijgt hierbij al een voorsmaakje: het woord van Koen.
Baan- en breinbrekende utopieën
"We hadden een zeer inspirerend rode pinguïnkamp in Chiny. Maar wacht. Eerst een zijsprongetje naar een week later in Brussel, een denkdag over thuislozenzorg. Danny Lescrauwaet (op het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk verantwoordelijk voor thuislozenzorg) maakt daar de boude berekening dat er in Vlaanderen voor elke twaalf thuislozen één hulpverlener ter beschikking is. Dat is niet weinig en het spoort helemaal niet met onze perceptie. Natuurlijk zijn al die werkers op hun eigen terrein bezig, ze doen mobiele hulpverlening, ze werken in inloopcentra, crisisopvang of residentiële opvang, in activering, in woonbegeleiding... Maar het blijft: gemiddeld 1 op 12. Danny telde dan nog alleen de strikte thuislozenwerkers, niet de straathoekwerkers, de medewerkers van algemene en wijkgerichte onthaalpunten, sociale diensten van het OCMW, justitiële welzijnswerkers… die natuurlijk niet alleen, maar toch ook met onthaal en begeleiding van thuislozen bezig zijn.
We zouden eens moeten meten hoeveel tijd en energie van al die hulpverleners gaat naar het doorverwijzen van cliënten wanneer de grenzen van de eigen opdracht bereikt zijn én naar het selecteren van cliënten wanneer de eigen opdracht geappelleerd wordt. Van straat naar onthaal of crisis, van onthaal en crisis naar begeleiding of opvang, van opvang of begeleiding naar woonbegeleiding, en dikwijls ook opnieuw van vooraf aan, of kriskras erdoorheen… Wat voor thuislozen opgaat, geldt ook voor andere kwetsbare doelgroepen die we willen bereiken. Ik trek dit misschien wat op flessen maar het creëert een beeld waar we dan buiten kunnen gaan denken.
Door met cliënten te praten kennen we de kwaliteitsfit in hulpverlening, stress door termijnen en andere beperkingen, en vervreemding door het telkens opnieuw moeten af- en opbouwen van nieuwe hulpverleningsrelaties. We kennen ook de energiefit van de hulpverleners: onmacht. Een deel omdat we nu eenmaal voor onmachtige groepen kiezen, maar ook onmacht uit frustratie van het niet zelf rijker kunnen maken van een hulpverleningsrelatie, en dat die vorige/volgende hulpverlener in de rij zo’n lastig sujet is. Als hij al plaats heeft.
Over naar het pinguïnkamp...."
(Benieuwd wat er dan volgt? Lees meer in de Metropolitan 3)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten